Skip to content

Drie schuintamboers – Schoolliedje

1) Drie schuintamboers, die kwamen uit het Oosten
Drie schuintamboers, die kwamen uit het Oosten
Van je rombom, wat maal ik er om.
Die kwamen uit het Oosten, rombom

2) Een van de drie zag daar een knappe deren
Zeg meisje lief, mag ik met jou verkeren?
Van je rombom, wat maal ik erom.
Mag ik met jou verkeren? Rombom

3) Zeg jongeman, dat moet je vader vragen
Zegt die van ja, dan kun je mij behagen
Van je rombom, wat maal ik erom.
Dan kun je mij behagen, rombom

4) Zeg ouwe heer, mag ik je dochter trouwen
Zij is voorwaar, de schoonste aller vrouwen
Van je rombom, wat maal ik erom.
De schoonste aller vrouwen, rombom

5) Zeg jongeman, zeg mij wat is je rijkdom
Zeg jongeman, zeg mij wat is je rijkdom
Van rombom, wat maal ik erom.
Zeg mij wat is je rijkdom, rombom

6) Mijn rijkdom is, daar wil ik niet om jokken,
Mijn rijkdom is, een trommel en twee stokken
Van rombom, wat maal ik erom.
Een trommel met twee stokken, rombom

7) Zeg jongeman, dan mag je haar niet trouwen
Zeg jongeman, ik wil mijn dochter houwen
Van je rombom, wat maal ik erom.
Ik wil mijn dochter houwen, rombom

8) Zeg ouwe heer, ik heb nog iets vergeten
Zeg ouwe heer, dit dien je nog te weten.
Van je rombom, wat maal ik erom.
Dit dien je nog te weten, rombom

9) Mijn vader is Groothertog van Brittanje,
Mijn moeder is de Koningin van Spanje
Van je rombom, wat maal ik erom.
De Koningin van Spanje, rombom

10) Zeg jongeman, dan kun je haar wel trouwen
Nee ouwe heer, je kunt je dochter houwen
Van je rombom, wat maal ik erom.
Je kunt je dochter houwen, rombom

Back To Top